De zin van dit alles …

Je zit al een hele tijd in de auto en je rijd op een hele lange weg. Wie weet is het wel een rond weg. Je zit al zo lang in die auto dat je eigenlijk niet eens meer weet waar je naar toe gaat. Wie weet ben je de auto wel. Op de weg ontmoet je andere auto’s en iedereen rijd toch dezelfe kant op. En je herkent ze. Af en toe rijd er een auto rond die er heel vroolijk uit ziet met bloemetjes op de buitenkant, in de auto ziet het er ook gezellig uit. De bestuurder is helemaal happy.

Als je dan weer eens in de file staat vraag je aan de bestuurder waarom hij zo blij is. “Oh gewoon het is een geweldige dag vandaag”. De file trekt op en je bent hem weer kwijt. Daar heb je die borden weer. ‘Thuis’ ….. ’Werk’ …… ’Thuis’ ….. ’Werk’ ….. ‘Thuis’ ….. ’Werk’ …… ’Thuis’ ….. ’Werk’ ….. ’Weekend’. Wie heeft dat toch in zijn hoofd gehaald al die borden neer te zetten op een weg zonder afslagen? 

Op een dag passeer je het bord ‘Ziek’ en vlak daarna staat er een enorme file. Je staat weer naast die vroolijke auto met de bloemetjes. Als je goed kijkt lijken er wel allemaal bloemetjes bij gekomen te zijn. De bestuurder is weer even opgewekt als de vorige keer. Wel frappant dat hij zo blij blijft. Toch maar weer eens een praatje aan gaan. De bestuurder verteld dat de weg zo mooi is en dat hij daar vroolijk van wordt. De weg mooi? Het is grijs asfalt met blauwe borden langs de weg, hoe kan dat nou mooi zijn? De bestuurder snapt het niet, hij verteld dat de weg mooie bomen en weilanden heeft met in de verte bergen en vorige week was er een geweldige zee met vergezichten om in te verdwalen. Hoe kan dat nou? We rijden toch langs de zelfde weg? Hoe kan jou weg er dan anders uit zien dan die van mij? “Ja dat klopt”, verteld de vroolijke bestuurder, “we zitten allemaal op de zelfde weg. En tegelijk zitten we allemaal op een andere weg. We maken de weg met ons gevoel. Het is net als al de bestuurders, we denken dat we allenaal aparte bestuurders zijn, maar dat zijn we niet. We zijn allemaal één bestuurder en tegelijk ook weer niet. Simpel toch?” Ehh voor mij klinkt dat helemaal niet simpel. “Nou als oefening kan je proberen om je voor te stellen dat je een bestuurder bent van een van de andere auto’s. Stel je voor dat je in die auto zit en door de raampjes van die auto kijkt. En kijk jij eens of anderen de weg net zo ziet als jij”.

De file is weer opgelost. En ik rijd weer lans de weg met de blauwe borden. ‘Thuis’ ….. ’Werk’ …… ’Thuis’ ….. ’Werk’ ….. ‘Thuis’ ….. ’Werk’ …… ’Thuis’ ….. ’Werk’ ….. ’Weekend’. Het is monotoom en ik hoef toch niet op te letten, die auto doet z’n ding wel. Er rijd een grijze auto naast me en ik beeld me in dat ik in die auto zit. Het beeld door de ramen veranderd niet veel maar het regent dat het hoost. Hij rijd langs dezelfde weg maar door ontzettend rot weer. Het is ook koud in de auto. Nou snel weer naar mijn eigen bakkie. Maar je wenst hem bij je vertrek toch wat bloemetjes toe en een fijne zonnige weg. Brrr daar was het niet fijn. Na een tijdje probeer je het weer eens. Er rijd een gele auto naast je. Je bedenkt hoe het daar zal zijn. Het beeld veranderd, buiten is het mooi weer. Er zijn glooiende korenvelden door de raampjes zichtbaar. Het is er behaaglijk en fijn. Ohh zo zou ik het ook wel willen. Terug in je eigen auto veranderd het landschap langzaam en je rijd door glooiende velden met koren. Aan de buitenkant van je auto staan nu een paar bloemetjes op de lak.

Jaren later sta je in de file. Naast je staat een donker blauwe auto. De bestuurder spreekt je aan. “waarom ben jij zo blij?” “Oh gewoon het is zo’n geweldige dag”, antwoord je. De andere bestuurder kijkt je aan of je gek bent.

Nog weer jaren later staat er een bord langs de kant van de weg met de tekst “Dood”, er is een parkeerplaats naast. Daar stop je. Je bent helemaal voldaan en stapt uit de auto. Je loopt het geweldige bos in waar het heerlijk fijn voelt. Je herinnert je een parkeerplaats lang lang geleden. Daar was helemaal geen bos maar een grauwe vlakte. 

In dit bos lopen ook andere rond. Sommige zien de grauwe vlakte andere een woestijn een volgende komt op zijn rug voorbij drijven, die ligt vast in een beekje. Het is een fijne wandeling en je weet waar het pad naartoe gaat. Heerlijk uitgerust kom je aan bij een verse auto. Het is een gezellige auto met bloemetjes op de buitenkant. Je gaat er in zitten en rijdt weg. Langs de snelweg staat een bord “Geboorte” en het is een mooie weg met mooie bomen en verre vergezichten waar je in weg kan dromen. Oh dit gaat een fijne weg zijn.

Leave a Reply